De tamborim is een membranofoon. Hij is een kleine handtrom met een diameter van ongeveer 15 centimeter en hoogte van ongeveer 2 centimeter. Hij is kleiner dan de pandeiro en heeft geen schellen. Het instrument is gemaakt van een metalen, plastic of houten hoepel, waarover een huid is gespannen, die meestal van een synthetisch materiaal is gemaakt. De tamborim produceert een hoog volume die je boven de andere trommels in een samba-band uit kunt horen. De bespeler houdt de tamborim in zijn ene hand vast en slaat op het vel met een flexibele stok of zijn andere hand. De stok wordt “vareta” genoemd en is gemaakt van bamboe, hout of plastic.
In Brazilië wordt de tamborim vooral toegepast in dansen van Afrikaanse oorsprong, zoals de “maracatu” of “cucumbis”. Ook in de samba, in samba-reggae en pagode wordt het gebruikt. In de samba-batucada is het een onmisbaar (solo-)instrument.