Lôro is een nummer van Egberto Gismonti. Ik hoorde het voor het eerst rond 1990 in een versie van John McLaughlin op zijn album Music spoken here. Jarenlang werkte ik aan een transcriptie van McLaughlin’s versie, waarbij ik cassettebandjes gebruikte om het stuk een octaaf lager tweemaal zo langzaam af te spelen. Na 2000 was ik tevreden met mijn transcriptie: de melodie en harmonie klopten. Later ontdekte ik dat Lôro was geschreven door de Braziliaanse pianist, gitarist en componist Egberto Gismonti. Ik kocht The Latin Real Book en tot mijn stomme verbazing kwam ik erachter dat daarin een transcriptie stond, die nauwelijks verschilde van de mijne. Ik had het dus heel goed uitgezocht! Maar wat voor muziekstijl is Lôro eigenlijk? Is het forró, choro, baião, xote…
Muziekstijl Lôro
In “The Latin Real Book” staat: “Forró (energetic) 𝅗𝅥 = 110 (- 140)”. Ooit gaf ik een reactie op een hele mooie klassiek gitaarversie van William Pofahl. Ik kreeg wat reacties terug als “Nee, het is geen forró maar choro” of “Het is geen forró of choro, maar xote”. Tja, dat brengt me dus aan het twijfelen. Choro is het m.i. niet omdat bij choro een muzikale zin heel vaak op de tweede zestiende noot van een groepje begint, maar bij Lôro begint het vaak op de derde zestiende. Ook xote kan het niet zijn want dat is een langzame vorm van forró terwijl Lôro meestal snel wordt uitgevoerd. Is het misschien baião? Op YouTube staat een video (verwijzing onderaan dit bericht) van de gerenommeerde drummer Alex Acuña die het ritme van Lôro uitlegt als een baião waarbij de bassdrum zoals het eerste deel van de clave gespeeld wordt. Met een beroep op autoriteit moet het dus een baião zijn. Op mijn pagina over baião is te lezen dat baião de basis is voor forró. Voorlopig hou ik het dus maar op forró eletrônico, een soort forró waarbij gebruik wordt gemaakt van moderne instrumenten als elektrische gitaar, basgitaar, keyboard en drumstel.