De atabaque is een instrument van Arabische oorsprong. Het werd geïntroduceerd in Afrika door handelaars die het continent binnenkwamen via landen in het noorden van Afrika, zoals Egypte. Waarschijnlijk is de atabaque door de Portugezen in Brazilië terecht gekomen. In het begin werd hij gebruikt in feesten en godsdienstige processies. Tegenwoordig wordt hij hoofdzakelijk gebruikt in de muziek die het capoeiraspel begeleidt.
Hij wordt over het algemeen gemaakt van hout zoals jacaranda, ceder of mahonie. Het hout wordt in latten gezaagd die door middel van ijzeren bogen van verschillende diameters tegen elkaar aan worden gedrukt. Zo krijgt het instrument de vorm van een konische cilinder. Op de bovenkant wordt een runderhuid gespannen. De atabaque wordt met de handen gespeeld. Het is de atabaque die het ritme van het capoeiraspel aangeeft. Samen met de pandeiro begeleidt hij de solo van de berimbau.