Bossa nova

Al sinds de jaren veertig van de twintigste eeuw gebruikten Braziliaanse muzikanten de term "bossa". Volgens het woordenboek is het zoiets als een nieuwe manier om iets te doen, een nieuwe aanpak. Aan het einde van de jaren vijftig werd het bijvoegelijk naamwoord "nova" aan de term "bossa" toegevoegd en diende het om de populaire stadsmuziek aan te duiden die door jongeren uit de middenklasse van Rio de Janeiro werd gemaakt. Het nieuwe was dat de samba van zijn opzwepende karakter was ontdaan door hem te combineren met bepaalde elementen uit de cool jazz die uit de Verenigde Staten was komen overwaaien. De eerste apostelen van de bossa nova als Carlos Lyra, Roberto Menescal en Ronaldo Bôscoli, omarmden en introduceerden ook het softe gitaargeluid van Barney Kessel in de bossa nova. Op de DVD "Coisa Mais Linda – História e Casos da Bossa Nova" geeft Roberto Menescal ook nog een andere verklaring voor het softe karakter van de bossa nova als hem in een vraaggesprek gevraagd wordt waarom de bossa nova zo intiem en zacht is. "Ik dacht er over na en na jaren ontdekte ik dat dat kwam door de appartementen in Copacabana; dat waren van die flats, die verrezen in Copacabana met 18 of 20 appartementen per etage en wandjes van 5 centimeter dik. Wij werkten overdag en ’s avonds rond 10 uur gingen we bij één van ons thuis muziek maken. De onderburen klopten dan op de muren en riepen: "Hallo! Dat lawaai, ik wil slapen!". We gingen dan steeds zachter spelen. We raakten er aan gewend om zachtjes te spelen en met een fluisterstem te zingen. Tot op heden kun je zien dat João Gilberto in zijn shows heel zachtjes speelt en dat iedereen toch de aandacht op hem vestigt. Overigens zei Nara Leão het volgende: "Als iemand tijdens je optreden praat, probeer dan niet harder te spelen zodat de anderen je kunnen horen. Ga echter nog zachter spelen, zodat men samen met jou zachter wordt en iedereen in een relaxte sfeer komt""

Langzamerhand groeide de bossa nova beweging, totdat zij met de komst van muzikanten als de pianist António Carlos Jobim, componist/dichter Vinícius de Moraes, gitaristen João Gilberto, Baden Powell en Luiz Bonfá en zangeres Elizeth Cardoso, de Braziliaanse muziekscene ging domineren. Het album "Chega de saudade (No more blues)" van João Gilberto uit 1959 markeerde het begin van de bossa nova revolutie in Brazilië. De plaat werd een enorme hit en muzikanten in andere landen namen er notitie van. Een concert in New York´s Carnegie Hall in 1962 met de Brazilianen Gilberto, Jobim en Bonfá en de Amerikaanse saxofonist Stan Getz en gitarist Charlie Byrd, introduceerde de bossa nova in de Verenigde Staten. Het enorme succes van de hit "Girl from Ipanema", gezongen door Astrud Gilberto en geschreven door Jobim, vestigde de bossa nova definitief als een belangrijk deel van de muziek in het begin van de jaren zestig in zowel de Verenigde Staten als Europa. Overigens mag niet vergeten worden dat het wereldwijde succes van de film "Orfeu Negro (Black Orpheus)" uit 1959 ook bijdroeg aan de toenemende belangstelling voor Braziliaanse muziek. Tussen 1961 en 1963 werden in Noord Amerika meer dan honderd bossa nova albums uitgebracht. De bossa nova en de samba zijn daarmee het belangrijkste exportartikel van de Braziliaanse muziek.

De bossa nova wordt meestal genoteerd als een tweekwartsmaat of alla breve maat. De begeleiding is ritmisch gezien veel rustiger dan de samba. Harmonisch gezien is de bossa nova echter veel complexer dan de samba. Bossa nova lijkt harmonisch gezien op jazzmuziek waarin vaak complexe harmonieën voorkomen, terwijl samba eigenlijk volksmuziek is. Karakteristieke instrumenten in de bossa nova zijn de akoestische gitaar, de piano, de bas, het drumstel, de saxofoon en zang.

De bekendste bossa nova componisten zijn: António Carlos Jobim, Vinícius de Moraes, Carlos Lyra, Roberto Menescal, João Donato, Marcos Valle, Paulo Sérgio Valle en Baden Powell.

Enkele bossa nova songs om naar te luisteren
Titel Musicus Componist Album Jaar
O Amor em paz Eliane Elias António Carlos Jobim – Vinícius de Moraes Eliane Elias sings Jobim 1998
Chega de saudade João Gilberto António Carlos Jobim – Vinícius de Moraes João voz e violão 2000
Samba do avião Ivan Lins António Carlos Jobim Jobiniando 2001